De lange oorlogsjaren
De Tweede Wereldoorlog begon voor Nederland in Roermond. Daar werd op 10 mei 1940 in alle vroegte het eerste schot van de oorlog gelost, door een oplettende Nederlandse soldaat. Duitse militairen waren al op de avond van 9 mei Nederland ingetrokken, vermomd als Nederlandse soldaten. Rond half twee ’s nachts passeerde de groep een wachtpost op de Kapellerlaan, op weg naar de Maasbruggen. De Duitsers wilden die innemen.
De list mislukte. Sergeant Oele kreeg argwaan, omdat géén van de soldaten onderscheidingstekens droeg. Hij zette de achtervolging in, en opende het vuur met zijn collega’s. Gealarmeerde Nederlandse militairen bliezen de bruggen over de Maas op, net voordat de hoofdmacht van de Duitsers aan de oever verscheen. Hoewel de Nederlanders dapper vochten, was Roermond tegen negen uur ’s ochtends in handen van de Duitsers. De oorlog in Roermond was begonnen.
Het zou een lange oorlog worden. Roermond zou pas als één van de laatste plaatsen in het zuiden worden bevrijd. Van september 1944 tot maart 1945 lag de stad in de frontlinie: de Geallieerden lagen op de Westoever van de Maas, de Duitsers op de Oostoever.
De Duitsers hielden eind 1944 razzia’s op zoek naar mannen voor de Arbeitseinsatz, de gedwongen tewerkstelling in Duitsland. De meesten doken onder. Nadat de Duitsers dertien van hen dood schoten, en een ultimatum stelden, meldden een kleine 3.000 ondergedoken mannen zich. Zij moesten in de vrieskou te voet naar Duitsland. Het grootste deel overleefde de oorlog, en kwam in 1945 terug in een kapotgeschoten Roermond. Viervijfde van de bevolking was eind januari 1945 geëvacueerd. Roermond was een spookstad geworden. De wederopbouw zou bijna vijftien jaar duren.
Ontdek méér over de historie van Roermond in het Historiehuis